De stappen van… Ronald de Hondt, Officier Logistieke Dienst bij de Marine

Volgende bestemming: New York City

De weg naar het ultieme carrièredoel kan soms best lang zijn. Daar kan Ronald de Hondt (30) over meepraten. ‘Na mijn vmbo heb ik een mbo-opleiding maritieme logistiek gedaan. Daarna ben ik weer de schoolbanken ingedoken voor een hbo-opleiding logistiek management, zodat ik uiteindelijk kon solliciteren naar mijn droombaan: Officier Logistieke Dienst bij de Marine.’

Wanneer wist je zeker dat je officier bij de Marine wilde worden?

‘Ik kom uit Vlissingen en ben opgegroeid met veel water en schepen om me heen. Mijn ouders en ik bezochten vroeger ook veel events en open dagen van Defensie; daar is toen wel een zaadje geplant. Recruiters adviseerden me om eerst een ‘gewone’ studie te doen en daarna pas te solliciteren bij Defensie. In 2013 was dat eindelijk mogelijk. Voordat ik aan de slag kon als officier heb ik eerst de Korte Officiersopleiding gevolgd aan het Koninklijk Instituut voor de Marine in Den Helder.’

Wat doet een Officier Logistieke Dienst?

‘Mijn takenpakket op Zr. Ms. Van Speijk – een multipurposefregat of M-fregat – is heel breed: ik stuur mijn personeel aan, ben verantwoordelijk voor de voedings- en toko-organisatie en check daarbij de financiële en voorraadadministratie en voorraden aan boord. Daarnaast bereid ik ook alle havenbezoeken voor. Ik onderhoud daarbij veel contact met de scheepsagent. Deze persoon bestelt voor ons bijvoorbeeld sleepboten, kaderuimte, brandstof, voeding en een loods die ons veilig de haven in en uit begeleidt. Daarnaast zijn er regelmatig recepties aan boord die wij als logistieke dienst organiseren.

Naast Officier Logistieke Dienst ben ik ook Vliegdekofficier. Dit is een belangrijke nevenfunctie, waarvoor ik een drieweekse praktijkopleiding heb gevolgd. In de laatste week heb ik wel 90 deklandingen moeten doen om mijn certificaat te behalen. Het gevoel dat je krijgt als je zelfstandig een NH90-maritieme gevechtshelikopter van tien à elf ton veilig op het dek laat landen, is onbeschrijfelijk.’

Hoe vaak zit je op zee?

‘Gemiddeld ben ik zo’n 170 dagen per jaar van huis. Dat kan lastig zijn, want soms moet je bijvoorbeeld de verjaardag van je vriendin of ouders missen. Maar je krijgt er ook heel veel voor terug. Onlangs zijn we op oefening geweest in Noorwegen. Toen we door die prachtige fjorden voeren, besefte ik meerdere malen dat ik heel bijzonder werk heb.’

Maar wat als je niet meer wilt varen?

‘Normaal gesproken word je voor twee à drie jaar aan boord geplaatst en kun je daarna kiezen voor een functie aan wal. Dat geeft iets meer rust en stabiliteit in je leven. Als het zover is zou ik graag willen werken op het gebied van communicatie of werving en selectie. Het lijkt me interessant om aan mensen te vertellen of te laten zien wat de Marine allemaal doet en welke functies je er kunt vervullen.’

Wat is je volgende bestemming?

‘In augustus zijn we de Atlantische Oceaan over gestoken, richting de oostkust van de Verenigde Staten en Canada. We doen dit in het kader van de Standing NATO Maritime Group 1 (SNMG1); een maritiem samenwerkingsverband van verschillende NAVO-landen. We gaan vooral veel samen oefenen, maar als er in de buurt iets gebeurt – denk aan een conflictsituatie of natuurramp – kan het zomaar zijn dat we worden ingezet. Op dit moment zitten we midden in de voorbereidingen. Ik kijk er erg naar uit. Naast de vele oefeningen staan er namelijk ook veel bezoeken aan mooie havens op het programma, waaronder New York en Halifax.’