Grofweg bestaan onze teams uit drie rollen. De onderzoeksassistent doet de eerste screening van het dossier: is alle informatie volledig, mist er data, zijn er opvallendheden? Bij onduidelijkheden of vermoedens van problemen maakt de assistent hiervan een notitie. Vervolgens maakt de bewerker een analyse van de verzamelde data: kloppen de puzzelstukjes die we verzameld hebben, en ontbreken er misschien nog stukjes? In deze analyse legt de bewerker verbanden tussen de verschillende soorten informatie. Mocht dit aanleiding geven tot twijfel, dan stuurt de bewerker een onderzoeker er op uit om fysiek naar antwoorden te speuren. De onderzoeker gaat bijvoorbeeld het gesprek aan met mensen in de directe woon- of werkomgeving van de desbetreffende persoon of onderzoekt familiebanden. Alles wat nodig is om het plaatje compleet te krijgen.