De stappen van… Warrebout, militair verpleegkundige bij de Marine

Piraten verzorgen voor de kust in Somalië

Warrebout (47) werkte als verzorgende in een verpleeghuis toen hij in 1993 werd opgeroepen als dienstplichtige. Hij koos voor de Marine en startte als matroos bij de geneeskundige dienst. ‘Varen, meer van de wereld zien, ontwikkelen: dát wilde ik graag.’

Hoe was dat, werken als matroos bij de geneeskundige dienst?

‘Tijdens de Eerste Maritiem Militaire Vorming mocht ik meteen ondersteunen bij oefeningen én veel verbanduren draaien – spreekuren waarin je patiënten onderzoekt en behandelt. Vaak was ik de enige ziekenverzorgende voor een paar honderd militairen; dan leer je wat verantwoordelijkheid is, maar ook je grenzen bewaken. Tegen het einde van mijn dienstplicht kreeg ik te horen dat ik me betaald kon laten omscholen tot militair verpleegkundige. Die kans heb ik met beide handen aangegrepen.’

Wat leek je zo mooi aan de functie van militair verpleegkundige?

‘De grote verantwoordelijkheid die je hebt als verpleegkundige bij Defensie. Vaak moet je zelfstandig beslissingen maken en is er geen arts in de buurt om mee te sparren. Je vakkennis moet daarom constant up-to-date zijn en je moet ook stevig in je schoenen staan. Als verpleegkundige adviseer je de commandant over de gezondheid van de bemanning. En dat advies kan soms tegen het operationele beleid ingaan.’

Kun je daar een voorbeeld bij noemen?

‘Ik was op antipiraterijmissie in Somalië op de Zr.Ms. Rotterdam. Op de terugweg kregen we een noodoproep van een containerschip binnen. Een opvarende bleek een hartinfarct te hebben gehad. Op zee kunnen we medisch gezien veel, maar deze man had echt een cardioloog nodig. Op zo’n moment ga je op zoek naar het beste ziekenhuis ‘in de buurt’, ook al betekent dat soms dat je van de planning moet afwijken en flink moet omvaren. Die missie voor de kust van Somalië was trouwens op meer vlakken interessant en leerzaam. Na een gijzeling en daaropvolgend gewapend conflict op een vissersschip werden meerdere mannen ons schip binnengebracht, zowel piraten als gegijzelden. Naast elkaar lagen ze op de ziekenboeg. Als verpleegkundige heb je de morele plicht om ieder persoon de zorg te bieden die hij of zij nodig heeft. Dat moment vergeet ik nooit meer.’

Je bent nu praktijkmanager op Curaçao. Hoe ben je daar gekomen?

‘Een paar jaar geleden was ik op zoek naar nieuwe tools, naar verbreding binnen mijn vakgebied. Ik heb toen de HBO-opleiding Management in de zorg en dienstverlening gedaan. Die nieuwe kennis komt goed van pas in mijn nieuwe functie hier op Curaçao. Als praktijkmanager stuur ik verpleegkundigen aan, ben ik een van de belangrijkste aanspreekpunten op het gebied van medische zorg in de regio en onderhoud ik het contact met ketenpartners zoals huisartsen. Ik sta dus niet meer met mijn handen aan het bed, maar ontwikkel nu vooral mijn leidinggevende en netwerkskills.’

Je werkt alweer 27 jaar bij Defensie. Had je dat verwacht?

‘Eigenlijk was ik van plan om na mijn dienstplicht terug te keren naar een verzorgingstehuis of ziekenhuis. Maar werken bij Defensie bleek zó afwisselend te zijn. De afgelopen jaren lag er altijd weer een nieuwe functie voor me klaar als ik toe was aan een uitdaging. Na Curaçao zou ik graag aan de slag willen als begeleidingsofficier bij de sociaal-medische dienst. Het lijkt me erg interessant en leerzaam om langdurig zieke en verzuimende defensiemedewerkers te begeleiden en weer aan het werk te krijgen. Zolang Defensie me de uitdaging kan bieden die ik nodig heb, blijf ik.’